KENNISCENTRUM

In de inkoopmarkt hebben we te maken met talloze vaktermen die we dagelijks horen, lezen of schrijven. In ons kenniscentrum hebben wij de meest gebruikte vaktermen op een rijtje gezet op alfabetische volgorde.

0-7

  • 7 -step sourcing model: Beproefd Inkoopmodel ontwikkeld door AT Kearney.

A-E

  • Aanbesteding: is de procedure waarbij een opdrachtgever bekend maakt dat hij een opdracht wil laten uitvoeren en bedrijven vraagt om een offerte.
  • Aanbestedingskalender: Website waarop alle aanbestedingen in Nederland te vinden zijn: https://aanbestedingskalender.nl/
  • ABC-analyse: Analyse van leveranciers of artikelen. De leveranciers of artikelen worden ingedeeld in drie categorieën:
    • A: deze 20% van de leveranciers (of artikelen) vormen circa 80% van de jaarlijkse inkoopomzet.
    • B: deze 30% van de leveranciers (of artikelen) vormen circa 15% van de jaarlijkse inkoopomzet.
    • C: deze 50% van de leveranciers (of artikelen) vormen circa 5% van de jaarlijkse inkoopomzet.
  • Afroeporder: Opdracht tot levering van een bepaalde hoeveelheid goederen op een bepaalde leverdatum binnen een kader van een eerder overeengekomen conditie bijvoorbeeld op basis van een raamcontract.
  • Algemene inkoopvoorwaarden: In de inkoopvoorwaarden staan condities waar een leverancier zich aan dient te houden.
  • Algemene verkoopvoorwaarden: In de verkoopvoorwaarden staan condities waar een afnemer zich aan dient te houden.
  • B2B: Internationale aanduiding voor Business-to-Business: bedrijven aan bedrijven. In de regel betreft het hier bedrijven die specifiek zakendoen met andere bedrijven.
  • B2C: Internationale aanduiding voor business to consumer: Bedrijven aan klanten. In de regel betreft het hier bedrijven die zich richten op de particuliere markt.
  • Battle of the forms: Situatie waarin de contractpartijen elk hun eigen algemene voorwaarden willen hanteren.
  • Beïnvloedbare spend: Uitgaven waar de inkopende organisatie invloed op heeft en welke niet voor de lange termijn zijn vastgelegd.
  • Besparingen: Minder geld uitgeven dan begroot of meer waarde krijgen voor hetzelfde geld.
  • Best Value Procurement: Innovatieve inkoopmethodiek die uitgaat van het inkopen en realiseren van de meeste waarde tegen de laagste prijs.
  • Bestelfunctie: Inkoopfunctie, op operationeel niveau, gericht op het bestellen van materialen, het toezien op de juiste levering en het bijsturen in geval van afwijkingen van overeengekomen kwaliteit, leveringstijdstip en geleverde hoeveelheid, binnen overeengekomen leveringsvoorwaarden.
  • Bestelkosten: Kosten die verbonden zijn aan de plaatsing van een bestelling of order, de levertijdbewaking, de ontvangstkeuring en de benodigde administratie.
  • Buyer: Verwerft goederen en diensten bij externe leveranciers (zie ook inkoper en procurement officer).
  • Category/categorie: het geheel van onderling logisch samenhangende goederen en/of diensten, dat zich leent om als geheel te worden gemanaged en als zodanig (formeel) is benoemd.
  • Category buyer/manager: Specialist in category management: het dusdanig samenstellen en optimaliseren van een productgroep zodat een maximale waarde ontstaat.
  • Category plan: In dit plan worden de belangrijkste doelstellingen, antwoord op de strategische keuze tussen het zelf uitvoeren van bepaalde activiteiten (inbesteden) en het uitbesteden daarvan aan derden , invulling aan beleidsdoelen en concrete acties vastgesteld.
  • Cirulaire economie: Economisch en industrieel systeem waarin geen eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem.
  • Circulair inkopen: Inzetten van het inkoopinstrument om productie en (her)gebruik van circulaire producten en diensten te stimuleren.
  • Concurrentie gerichte dialog: Een manier van aanbesteden waarbij je in dialoog treedt met een aantal geselecteerde marktpartijen. Samen met deze partijen werk je toe naar de beste oplossing voor je organisatie. Concurrentiegevoelige informatie blijft hierbij vertrouwelijk.
  • Contract: schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen twee partijen.
  • Contract compliance: het percentage van alle uitgaven dat gedaan wordt binnen een contract.
  • Contract manager: Medewerker die verantwoordelijk is voor het contractmanagement van de aan hem of haar toegewezen contracten.
  • Contractbeheer: Het geven van voldoende inzicht in lopende contracten en de juiste contractuele afspraken en informatie, looptijden en opzegtermijnen, door middel van het voeren van een daartoe bestemde administratie.
  • Contractmanagement: Actief managen van alles wat in het contract is overeengekomen, of wat de intentie van hetgeen overeengekomen weergeeft, met als doel het realiseren van de contractdoelstellingen.
  • DMU: Afkorting voor Decision Making Unit, degenen die participeren in de besluitvorming met betrekking tot de inkoop van een product dan wel dienst. Tot de groep van betrokkenen kunnen de volgende gebruikers behoren, de budgethouder, finance, inkoop, productspecialist.
  • Drempelbedrag: De geraamde waarde van een opdracht evenveel of meer dan het Europese drempelbedrag waarbij Europees aanbesteed dient te worden.
  • Duurzaam inkopen: Bij inkopen en aanbestedingen wordt rekening gehouden met milieu- en sociale aspecten (Maatschappelijk verantwoord inkopen).
  • Europese aanbesteding: Een aanbesteding volgens bepaalde Europese richtlijnen. Een aantal richtlijnen van de Europese Unie verplicht overheden om overheidsopdrachten die een bepaald bedrag te boven gaan uit te schrijven via de procedure van een Europese aanbesteding.
  • Expediting: Het bespoedigen of verzekeren van de levering van goederen, op basis van een eerder met de leverancier overeengekomen tijdschema. Dit kan schriftelijk zowel als telefonisch (verbaal) gebeuren.
  • Expeditor: Medewerker die belast is met de uitvoering van expediting.

F-J

  • Facilitair inkoper: Medewerker die verantwoordelijk is voor de inkoop van producten en diensten, zoals kantoorbenodigdheden, schoonmaakdiensten, machineonderhoud, en leaseauto’s, die niet in eindproducten of in de dienstverlening ten behoeve van klanten terugkomen.
  • Formule van Camp: Klassieke, wiskundige berekening van de optimale bestelhoeveelheid.
  • Garantie: Verzekering van de fabrikant of leverancier dat iets goed is of werkt voor een bepaalde minimale periode.
  • Geschil: Verschil van mening, twistpunt. Er kan slechts sprake zijn van een geschil, wanneer deze gesteld is na een ingebrekestelling waarin een redelijke termijn is gegeven om het gestelde geschil op te lossen.
  • Global sourcing: Internationale inkoop. Naast materialen kunnen dit ook diensten of middelen zijn.
  • Hefboom product of dienst: Begrip uit de portfolio analyse ook wel Kraljic matrix genoemd. Producten waarvoor geldt dat het toeleverrisico laag is, terwijl de invloed op de winst relatief groot is.
  • ICT inkoper: Medewerker die verantwoordelijk is voor de inkoop van producten en diensten die ICT gerelateerd zijn, zoals, hardware software, cloud services, inhuur ICT diensten en kennis.
  • In gebreke stelling: Schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn wordt gesteld om alsnog zijn verplichtingen na te komen.
  • Incoterms: International Commercial Terms, internationale standaard over de rechten en plichten van de koper en verkoper bij internationaal transport van goederen, ontwikkeld en gepubliceerd door de Internationale Kamer van Koophandel.
  • Indirect procurement: inkoop van producten en diensten die niet direct aan het productieproces zijn toe te wijzen, ook wel Non-Product-Related (NPR) genoemd, zoals Facilitair, HR, MarCom en ICT.
  • Inkoop: Het managen van interne en externe stakeholders om zodoende een bijdrage te leveren aan de continuïteit van de organisatie tegen de laagst mogelijke totale kosten.
  • Inkoopactieplan: Een verzameling strategische acties en concrete activiteiten die gericht zijn op het realiseren van de inkoopdoelen. Het plan is een nadere uitwerking van de inkoopstrategie. Inkoopactieplannen zijn op de korte termijn gericht en concreet en specifiek van inhoud.
  • Inkoopadviseur: Medewerker, veelal in de publieke sector, die verantwoordelijk is voor het adviseren over onderhandse, meervoudig onderhandse en Europese aanbestedingen, dan wel het uitvoeren hiervan.
  • Inkoopdoelen: Samenvatting en vertaling van het inkoopbeleid en de inkoopvisie. De inkoopdoelen behoren in het verlengde te liggen van de ondernemingsdoelen. Formulering van doelen is nodig om te komen tot een gestructureerde aanpak van de inkoopfunctie. Om tot een concreet actieplan te komen, worden de doelen uitgewerkt tot strategische acties en die weer tot concrete activiteiten.
  • Inkoopmanager: Medewerker die bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de organisatie door de inkoopstrategie en het inkoopbeleid te bepalen en uit te voeren. Functioneert op strategisch niveau, maar voert vaak ook tactische inkoop werkzaamheden uit (zie ook procurement manager en manager inkoop).
  • Inkoopstrategie: Manier waarop de inkoopdoelstellingen bereikt gaan worden. De inkoopstrategie wordt vastgesteld door middel van een inkoopactieplan.
  • Inkoopvisie: Beschrijving van de normen en waarden van een organisatie met betrekking tot inkoop en de bijdrage die de inkoopfunctie dient te leveren aan het realiseren van de doelen van een organisatie.
  • Inkoper: Verwerft goederen en diensten bij externe leveranciers (zie ook buyer en procurement officer).
  • Innovatie: Een nieuw idee, goed, dienst en proces of combinatie daarvan. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere – sociale – verbanden. Het proces van innoveren omvat het geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing.
  • Intentieverklaring: Een verklaring van de ene partij aan de andere partij omtrent een bedoeling. In principe is een verklaring eenzijdig en dus geen overeenkomst tussen partijen.

K-O

  • Knelpunt product of dienst: Begrip uit de portfolioanalyse ook wel Kraljic Matrix genoemd. Producten met een hoog toeleverrisico, ook bekend als bottleneck producten, maar met een beperkte invloed op de winst. Ze vertegenwoordigen een relatief geringe waarde, maar zijn kwetsbaar wat hun toelevering betreft.
  • KPI: Afkorting van Key performance indicator(s) en zijn variabelen om de prestaties van een bedrijf, merk of product te analyseren.
  • Kraljic matrix: Analyse van Kraljic waarbij alle in te kopen producten en diensten worden verdeeld in vier groepen: knelpuntproducten, hefboomproducten, strategische producten en routineproducten. Dit gebeurt aan de hand van twee criteria: (1) de invloed op de winst: het totale inkoopvolume, het aandeel van het desbetreffende product in de kostprijs van het eindproduct; (2) het toeleveringsrisico: de kans op onderbreking van de bevoorrading en de ernst van een dergelijke onderbreking.
  • Leveranciersmanagement: Analyse, planning, implementatie en beheersing van activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen, uitbreiden en onderhouden van relaties met de leveranciersmarkt ter bevrediging van de inkoopbehoeften op korte en lange termijn van een onderneming op zodanige wijze dat de concurrentiepositie van de onderneming wordt versterkt.
  • Leveranciersrelatiemanagement Proces dat het geheel aan activiteiten omvat om blijvend te garanderen dat de (op grond van de klantwens) gecontracteerde kwaliteit gedurende de gehele looptijd van het contract en de relatie tegen marktconforme tarieven wordt verkregen.
  • Leveranciersselectie: Selectie van leveranciers om de volgende fase van het tactisch inkoopproces in te gaan.
  • Maatschappelijk verantwoord inkopen: Bij inkopen en aanbestedingen wordt rekening gehouden met milieu- en sociale aspecten (Duurzaam inkopen).
  • Make-or-buy: De beslissing om een product of dienst zelf te produceren of te leveren dan wel in te kopen of uit te besteden.
  • Manager inkoop: Medewerker die bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de organisatie door de inkoopstrategie en het inkoopbeleid te bepalen en uit te voeren. Functioneert op strategisch niveau, maar voert vaak ook tactische inkoop werkzaamheden uit (zie ook procurement manager en inkoop manager).
  • Maverick buying: Verzamelnaam voor de inkoop van goederen en diensten buiten bestaande raamcontracten om.
  • Medewerker inkoop: Medewerker die met name betrokken is bij de administratieve verwerking van het operationele inkoopproces.
  • Meervoudig onderhandse aanbesteding: Bij deze procedure wordt een beperkt aantal leveranciers uitgenodigd voor het doen van offerte.
  • MSU model: Benchmarking en inkoopzelfbeoordelingmodel, ontwikkeld door Monczka aan de Michigan State University. Een integraal raamwerk van acht strategische processen en zes ondersteunende processen op het terrein van inkoopmanagement.
  • Nakoming: Het voldoen aan een verbintenis. Deze verbintenis kan zien op een betalingsverplichting of de aan betaling verbonden tegenprestatie.
  • NPR inkoper: Medewerker die verantwoordelijk is voor de inkoop van producten en diensten die Non-Product-Related (NPR) zijn, zoals Facilitair, HR, MarCom en ICT.
  • Offerte: Formele aanbieding van werkzaamheden. Een offerte wordt over het algemeen opgesteld op verzoek van een potentiële klant van een bedrijf. Een offerte kan gaan over een dienst of over een product.
  • Onderhandelen: Het proces waarbij tenminste twee mensen (of partijen) iets tot stand proberen te brengen. Om te slagen, moeten beide partijen met het besluit instemmen.
  • Onderhandse aanbesteding: Vorm van nationaal onderhands aanbesteden. De (enkelvoudig) onderhandse procedure wordt ook wel een op een benadering of gunning uit de hand genoemd. Hier wordt aan slechts één onderneming gevraagd een offerte in te dienen.
  • Ontbinding: Juridische benaming voor een manier van het beëindigen van een overeenkomst.
  • Operationeel inkopen: Hierbij worden bestellingen gedaan van bekende producten en diensten die (veelal) binnen een raamcontract vallen. Ook wordt de levertijd bewaakt en contact onderhouden met de leverancier om te zorgen dat de bestelde zaken tegen de juiste prijs op de gevraagde tijd, plaats en hoeveelheid geleverd worden.
  • Operationeel inkoper: Medewerker die met name betrokken is in het operationele inkoopproces, bestellen, bewaken en nazorg.
  • Optimale bestelhoeveelheid: De ordergrootte of bestelgrootte voor een artikel waarbij de som van de jaarlijkse bestel- en voorraadkosten minimaal zijn. Zie ook formule van Camp.
  • Orderbevestiging: Schriftelijke acceptatie van een order door de inkopende of verkopende partij.
  • Overeenkomst: Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen onderling een verbintenis aangaan welke tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Een overeenkomst is (behoudens sommige uitzonderingen particulier) vormvrij.

P-T

  • P2P: Purchase-to-pay, bedrijfsprocessen die betrekking hebben op (geautomatiseerde) activiteiten van het aanvragen, kopen, ontvangen, betalen en administreren van goederen en diensten. Ook wel aangeduid als procure-to-pay.
  • Portfolio analyse: Analyse van Kraljic waarbij alle in te kopen producten en diensten worden verdeeld in vier groepen: knelpuntproducten, hefboomproducten, strategische producten en routineproducten. Dit gebeurt aan de hand van twee criteria: (1) de invloed op de winst: het totale inkoopvolume, het aandeel van het desbetreffende product in de kostprijs van het eindproduct; (2) het toeleveringsrisico: de kans op onderbreking van de bevoorrading en de ernst van een dergelijke onderbreking.
  • Preferred supplier: Een leverancier die op basis van eerdere prestaties het vertrouwen heeft gewonnen, dan wel een raamovereenkomst heeft verkregen, en als eerste wordt ingehuurd bij volgende werkzaamheden (Voorkeursleverancier).
  • Procurement: Activiteiten gericht op het beheersen en sturen van de inkomende goederenstroom tot aan het moment dat de goederen in productie worden genomen. Procurement wordt gezien als een ruimer begrip dan purchasing en omvat tevens materiaalbehoefteplanning, voorraadbeheer en transport, echter worden deze begrippen nog steeds regelmatig door elkaar gebruikt en is een helder verschil niet terug te vinden en strookt het hier voorstaande niet met het begrip indirect procurement ofwel NPR Inkoop.
  • Procurement manager: Medewerker die bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de organisatie door de inkoopstrategie en het inkoopbeleid te bepalen en uit te voeren. Functioneert op strategisch niveau, maar voert vaak ook tactische inkoop werkzaamheden uit (zie ook inkoop manager en manager inkoop).
  • Procurement officer: Verwerft goederen en diensten bij externe leveranciers (zie ook buyer en inkoper).
  • Purchasing: Gericht op het verkrijgen van goederen en diensten voor de organisatie (Zie ook inkoop en procurement).
  • Quick win: Snel te behalen, kleine resultaten die worden ervaren als een verbetering. Je kweekt hiermee een stuk vertrouwen en bouwt krediet op.
  • Racewagenmodel: Raamwerk dat het inkoopproces en de rol van de inkoopfunctie laat zien in een breder organisatorisch perspectief. Zowel de strategische, de tactische als de operationele taken worden hierin meegenomen. Het model wordt een racewagen model genoemd, omdat het model lijkt op het achteraanzicht van de bekende Formule 1 auto’s.
  • RFI: Afkorting van request for information. Een informatieaanvraag om de mogelijkheden van individuele leveranciers te verzamelen.
  • RFP: Afkorting van request for proposal. Een geformaliseerde offerte-aanvraag waarbij de huidige en de gewenste situatie uiteen wordt gezet en de eventuele randvoorwaarden worden aangegeven.
  • RFQ: Afkorting van request for quotation. Feitelijk is hier enkel de vraag om een prijs middels een offerte, de oplossing is reeds bekend en uitgedacht en dient “slechts” uitgevoerd te worden.
  • Routine product of dienst: Leveren inkooptechnisch weinig problemen op. Ze hebben per eenheid een geringe waarde en kennen alternatieven in soort en wijze van toeleveren.
  • SLA: Afkorting van service level agreement. Een overeenkomst tussen een dienstverlener en een klant waarbij de serviceniveaus en KPI’s worden vastgelegd.
  • Sourcing: Inkoopactiviteiten gericht op de zekerstelling van de aanvoer van de in te kopen producten, met de nadruk op de wat langere termijn. Sourcing omvat inkoopmarktonderzoek en het zoeken naar alternatieve bronnen.
  • Specificatie: Stap in het inkoopproces waarbij vastgesteld wordt aan welke eigenschappen het in te kopen product dient te voldoen.
  • Spend analyse: Managementinformatie, waarmee een organisatie het inkoopbeleid kan toetsen en verbeteren. Het is vaak de basis voor het opstarten van professionaliseringstrajecten en besparingstrajecten. Een ander doel van de spendanalyse is het monitoren van veranderingen. Met een analyse van leveranciers, categorieën en grootgebruikers wordt inzichtelijk hoe besparingen gerealiseerd kunnen worden.
  • SRM: Afkorting van Supplier Relation Management, Proces dat het geheel aan activiteiten omvat om blijvend te garanderen dat de (op grond van de klantwens) gecontracteerde kwaliteit gedurende de gehele looptijd van het contract en de relatie tegen marktconforme tarieven wordt verkregen.
  • Stakeholder: Een belanghebbende die invloed ondervindt (positief of negatief) of zelf invloed kan uitoefenen op een specifieke organisatie of een onderdeel hiervan. Stakeholders zijn personen of groepen die invloed hebben op een project, afdeling of organisatie en/of erdoor worden beïnvloed.
  • Stakeholder management: Kritieke component voor het succesvol afleveren van elk project, programma of activiteit door het op een juiste betrekken van de relevante stakeholders hierbij.
  • Strategisch inkopen: Activiteiten die de ontwikkelrichting van de plaats en activiteiten van de inkoopfunctie binnen een organisatie op middellange tot lange termijn beïnvloeden en voorwaarden creëren om activiteiten op overige niveaus effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren. De inkoopactiviteiten op dit niveau zijn: bepalen van de inkoopvisie; ontwikkelen van een algemeen inkoopbeleid, inclusief inkoopdoelen; bepalen van een inkoopstrategie.
  • Strategisch inkoper: Inkoper die op strategisch niveau functioneert en hierbij van grote invloed is op het resultaat.
  • Strategisch product of dienst: Begrip uit de portfolioanalyse. Producten of diensten met een hoog toeleverrisico en een grote invloed op de winst.
  • Supplier relation management: Afgekort SRM, Proces dat het geheel aan activiteiten omvat om blijvend te garanderen dat de (op grond van de klantwens) gecontracteerde kwaliteit gedurende de gehele looptijd van het contract en de relatie tegen marktconforme tarieven wordt verkregen (zie ook leveranciersrelatie-management).
  • Supply chain: Opeenvolgende schakels in toeleveringsketen van leverancier tot klant. Deze keten bestaat onder andere uit inkomende en uitgaande transportstromen, opslag en voorraadbeheer, inkoop, toevoer- en verwachtingsmanagement, productie, planning, orderverwerking, klantenservice, kwaliteitsbeheer, productontwikkeling, marketing en informatiesystemen.
  • Supply chain management: Ook wel integraal ketenbeheer genoemd, is een principe waarbij door middel van het verbeteren van processen en samenwerking met leveranciers en afnemers een betere functionaliteit van het deelnemende bedrijf in de keten ontstaat.
  • Supply chain manager: Medewerker die binnen een organisatie verantwoordelijk is voor het creëren van een zo effectief en efficiënt mogelijke keten van goederen en diensten van de leverancier tot aan de klant.
  • Tactisch inkopen: Activiteiten die de voorwaarden creëren om de bedrijfsprocessen te voorzien van de juiste goederen en diensten met behulp van operationele inkoopactiviteiten. Tactische inkoop omvat de eerste drie stappen van het inkoopproces: het specificeren van de inkoopbehoeften, het selecteren van de leveranciers en het contracteren van leveranciers. Wordt ook wel initiële inkoop genoemd.
  • Tactisch inkoper: Medewerker die het inkooptraject vanaf het specificeren van de behoeften tot onderhandelen en contracteren doorloopt. Tevens verantwoordelijk voor het managen, beheren en beoordelen van leveranciersrelaties.
  • Technisch inkoper: Medewerker die verantwoordelijk is voor de inkoop van technische goederen en diensten. Dit kunnen onderdelen zijn, maakdelen of complete installaties en alles wat nodig is rondom dit proces. De technisch inkoper is in het algemeen goed technisch onderlegd en in staat om mee te denken met medewerkers van bijvoorbeeld engineering, projectmanagent en operations.
  • Tender: Procedure waarbij door middel van inschrijving getracht wordt een bepaalde dienst of product te verkrijgen, die op basis van factorenafweging wordt verleend of verstrekt.
  • TenderNed: is een website opgezet in 2010. Het gebruik van de website is verplicht voor het publiceren van aanbestedingen door overheidsdiensten en -ondernemingen sinds april 2013, als gevolg van de invoering van de Aanbestedingswet 2012.
  • Toerekenbare tekortkoming: Wanprestatie, juridisch begrip voor de situatie waarbij een partij door eigen schuld niet die prestatie levert zoals was afgesproken in de overeenkomst.

U-Z

  • Uitbesteden: Het laten maken of het laten bewerken van (delen van) het eindproduct en-of door derden laten verrichten van diensten ten behoeve van het eigen fabricageproces.
  • Vendorrating: Beoordelingsmethode waarbij men op objectieve, kwantitatieve wijze leveranciers beoordeelt op aspecten als prijs, kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid.
  • Voorkeursleverancier: Een leverancier die op basis van eerdere prestaties het vertrouwen heeft gewonnen, dan wel een raamovereenkomst heeft verkregen, en als eerste wordt ingehuurd bij volgende werkzaamheden (Preferred Supplier).
  • Voorraadbeheer: Beheer van voorraden van de eigen onderneming of die van een klant. De in de logistiek veel gehanteerde term behelst onder andere het volgende: Beheren/beheersen van de in- en uitgaande goederenstroom, door middel van planningtools, en de opslag van goederen.
  • Zorg inkoper: Medewerker die verantwoordelijk is voor de inkoop van alle zorgsoorten en medische hulpmiddelen. Vaak werkzaam in zorginstellingen zoals (academische) ziekenhuizen, GGZ instellingen, thuiszorg en verpleeghuizen, maar ook bij inkoopcombinaties voor de zorg en verzekeringsmaatschappijen.